Veel padelspelers concentreren zich op het type racket – rond, diamant of traan – maar vergeten dat het handvat, of de grip, het enige directe contactpunt is met het spel. De dikte van deze grip, bepaald door de basisgrip plus het aantal overgrips, is een factor die je prestaties direct beïnvloedt. Een verkeerde dikte is een sluipend gevaar. Het leidt tot compensatiegedrag in je hand en onderarm, wat de kans op de gevreesde blessures zoals epicondylitis, ofwel de padelarm, aanzienlijk vergroot. De standaard gripmaat op nieuwe rackets voor het spelen van padel is vaak te klein voor de gemiddelde volwassen hand. Dit dwingt je om onnodig hard te knijpen om het racket onder controle te houden. Dit ‘knijpen’ is het begin van het probleem: de spieren in je onderarm raken sneller vermoeid en de pezen raken overbelast. Je wil een gripdikte die zo comfortabel is dat je het racket ontspannen kunt vasthouden, maar toch de controle behoudt. De balans tussen controle en ontspanning is hierin de doorslaggevende factor.
Zo bepaal je de ideale dikte
Het vinden van de ideale dikte is gelukkig geen giswerk. Er is een eenvoudige, universele methode: de vingerregel. Wikkel je hand rond de grip, alsof je je forehand slaat. Als je wijsvinger van je andere hand precies past in de ruimte tussen je vingertoppen en de palm van je hand, dan is de dikte correct. Past er te veel ruimte tussen, dan is de grip te dik. Raken je vingers je palm, dan is de grip te dun. De meeste spelers komen uit met één of twee overgrips bovenop de fabrieksbasisgrip. Elke overgrip voegt ruwweg een millimeter toe aan de omtrek. Je start met de basisgrip en voegt laag voor laag toe. Dit is een persoonlijk experiment. Houd er rekening mee dat een dikkere grip ook een beetje gewicht toevoegt aan de bovenkant van het handvat, wat de balans van het racket iets kan veranderen. Een extra overgrip kan dus ook helpen bij het verlagen van het balanspunt van een racket dat je te toprung voelt. Zelfs als je zoekt naar de perfecte uitrusting om te spelen in een regio met veel banen, zoals padel in Gelderland, is deze vingerregel de gouden standaard voor een blessurevrije grip.
Gripdikte en slagkracht
De juiste gripdikte heeft een direct fysiologisch voordeel bij krachtige slagen zoals de smash of de vibora. Met een te dunne grip ben je geneigd om, zoals eerder gezegd, te knijpen. Dit spant de onderarmspieren aan, wat de pols rotatie, essentieel voor topspin en slice, beperkt. Een ontspannen onderarm en pols zorgen voor een snellere 'zweepslag' beweging, wat resulteert in meer snelheid en effect op de bal. Als je grip perfect past, kun je het racket tot het moment van impact losjes houden. Dit maximaliseert de snelheid van de pols. Pas vlak voor en tijdens het raakpunt span je de grip kortstondig aan om de kracht over te brengen. De juiste gripdikte verhoogt dus niet alleen het comfort, maar optimaliseert ook de biomechanica van je slag. Net zoals je jouw grip optimaliseert, is een goede ademhalingstechniek om je prestaties te verbeteren net zo belangrijk voor uithoudingsvermogen en mentale focus tijdens lange rally's. Speel je met een grip die niet past, dan verspil je kracht en riskeer je op de lange termijn een blessure. Zorg er dus voor dat je deze kleine, maar belangrijke factor goed afstelt. Je zult direct een verschil merken in hoe ontspannen en krachtig je de bal kunt slaan.
