
Met hulp van burgemeester Renske Helmer-Englebert zijn onlangs Wijchense kerkuilen geringd in een plaatselijke boerenschuur. Voor uilen- en andere natuurliefhebbers altijd een heuglijk moment.
Als deze uilskuikens later weer gezien worden met zo’n genummerde ring, leren we meer over hun broed- en trekgedrag. In de jaren zestig waren kerkuilen vrijwel verdwenen door strenge winters, landbouwvergiften (DDT), intensievere landbouw en afbraak van open schuren. Vrijwilligers begonnen toen met nestkasten en zelfs met het aanleggen van “muizenhopen” voor de voedselvoorziening.
Kerkuilen eten alleen muizen. Als er weinig muizen zijn, leggen ze minder of zelfs geen eieren. Muizen op hun beurt eten vooral insecten en zaden. Met insecten gaat het slecht (ca. 75 % is verdwenen). Kruiden met bloemen voor de insecten en zaden voor muizen vinden we alleen nog maar in slecht gemaaide wegbermen e.d. Herstel van het kleinschalig cultuurlandschap met overhoeken, ruige bermen, heggen, houtwallen, poelen en vennetjes zorgt voor meer insecten en zaadjes, voor meer muizen en dus voor meer kerkuilen. Bovendien profiteren daar ook veel andere soorten van, zoals de bedreigde patrijzen en konijnen.
De kerkuilenwerkgroep van Natuur Wijchen heeft inmiddels 35 kerkuilenkasten hangen in de gemeente. Deze hangen in (boeren)schuren met voldoende invliegruimte en een geschikte zolder. Weetje: kerkuilen broedden vroeger alleen in grotten. Toen mensen “nepgrotten” begonnen te bouwen vonden ze die ook leuk. Er zijn nu weer ca 2.500 broedparen in Nederland. De kerkuil staat niet meer op de Rode Lijst, maar is nog steeds erg afhankelijk van menselijke vrijwilligers.
Meer weten over kerkuilen? Op de website van Natuur Wijchen staat een heel artikel. Daar staat ook een kort filmpje over het ringen van kerkuilen:
www.natuurwijchen.nl/nieuws/kerkuilen-geringd
Fotografie: Yola de Lusenet.
