Feiten en hardnekkige fabels over woninginbraak
Ongure types die in het holst van de nacht, gericht villawijken afstruinen om koste wat het kost hun slag te slaan. Dat is het beeld dat veel Nederlanders van inbrekers hebben. Maar klopt dit plaatje eigenlijk wel?
Waar of niet waar: test uw kennis.
- Inbrekers zijn nachtbrakers. - Niet waar. Slechts 13% van de woninginbraken in Nederland vindt in de nacht plaats. De
meeste inbraken gebeuren juist overdag, wanneer veel mensen op hun werk zijn. Een inbreker ziet dan vaak zijn kans om door een open raampje of een deur naar binnen te glippen. Zorg dus dat u alle ramen en deuren goed sluit en draai uw deur op slot.
- Inbrekers zoeken gericht naar een bepaald type woning. - Niet waar. Er zijn voornamelijk gelegenheidsinbrekers. 70% van de inbrekers bereidt weinig voor. Zij grijpen hun kans. Ze zoeken een woning waar ze snel succes hebben met weinig risico’s. Het type woning is minder belangrijk. Zolang de buit maar goed is. Houd waardevolle spullen dus uit het zicht. Laat de laptop bijvoorbeeld niet op de vensterbank liggen of uw portemonnee op de eettafel.
- De meeste inbraken vinden plaats in dure huizen. - Niet waar. De meeste inbraken vinden juist plaats in goedkopere (huur) woningen. Het hang-en-sluitwerk is hier vaak matig. Inbrekers zijn zich daar zeer bewust van. Bovendien gaan
inbrekers het liefst in de buurt van hun eigen woonomgeving te werk. Hier kunnen ze de risico’s beter inschatten en kennen ze de vluchtwegen op hun duimpje.
- Dure sloten zijn zinloos: als ze binnen willen komen, doen ze dat toch wel. - Niet waar. Een belangrijke overweging die (gelegenheids)inbrekers maken, is of de woning makkelijk te kraken is. De meeste inbrekers geven op als ze niet binnen enkele minuten de woning in kunnen komen. Hun grootste angst is om gezien of gehoord te worden. De achterkant van de woning is om die reden bij inbrekers nog steeds favoriet. Goede sloten helpen wel degelijk, net zoals extra verlichting.
- De kans op een inbraak kun je zelf verkleinen. - Waar! Uit de bovenstaande misvattingen blijkt dat bewoners veel zelf
kunnen doen om een inbraak te voorkomen. Dat begint met het goed afsluiten van de woning, ook als u maar heel even de deur uitgaat. Houd waardevolle spullen uit het zicht en zorg ervoor dat uw woning altijd een bewoonde indruk maakt. Bijvoorbeeld door middel van verlichting, of door de radio aan te laten staan.
Niet alle vragen goed? Geen reden tot paniek. Doe de ‘Hoe veilig is mijn huis’-scan op de nieuwe website van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW): www.politiekeurmerk.nl. Binnen 5 minuten krijgt u een indruk van het beveiligingsniveau van uw woning. Daarnaast geeft de scan informatie over de maatregelen die u zelf kunt treffen om de kans op een inbraak te verkleinen.
