Overasselts verleden komt boven

Duizenden Jaren geleden woonden er al mensen in Overasselt. Dat wisten we al uit eerder archeologisch onderzoek. Ze bouwden hun boerderijen op de hoger gelegen delen van Overasselt zoals het vennengebied, maar ook op de oeverwal waarop het dorp later is ontstaan. Binnenkort krijgt de zoektocht naar het verleden een nieuw hoofdstuk. In het uitbreidingsgebied van het Werklandschap begint dan een nieuwe fase in het onderzoek.

Wat ging vooraf?
De voorbereidingen voor de bouw van woningen en bedrijfsgebouwen in het Werklandschap zijn in volle gang. Archeologisch onderzoek is daar een onderdeel van. Het bureau-onderzoek (2008) gaf al aan dat de kans op aanwezigheid van sporen van vroegere bewoning hoog is. Bij het boor- en proefsleuvenonderzoek (2009 en 2010) dat hierop volgde is inderdaad materiaal naar boven gekomen en zijn sporen gevonden die wijzen op menselijke bewoning. Wettelijk voorgeschreven vervolgonderzoek is daarom noodzakelijk. In november worden grote delen van het terrein opengelegd om meer inzicht te krijgen in het landschap en de bewoning tijdens de Bronstijd, IJzertijd en de Romeinse tijd.

Proefsleuvenonderzoek
De verwachtingen zijn hooggespannen. Er zijn aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een watergeul in het noor- delijk gedeelte. De combinatie van een hoge, dus droge plek en water maakte deze plek aantrekkelijk voor bewoning. De aangetro en waterputten (2x) zijn een duidelijk bewijs van menselijke activiteit in de IJzertijd en Romeinse tijd. Behalve de watergeul en de twee waterputten zijn sporen aangetro en van paalkuilen (3x). De palen behoorden bij een bouwwerk, mogelijk een boerderij of spieker voor de opslag van graan bijvoorbeeld. Er zijn sporen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van één of meer nederzettingen aan de watergeul. Uit het vervolgonderzoek moet blijken hoe groot de nederzettingen waren. Het is niet uitgesloten dat het per nederzetting ging om een enkel huis met een bijgebouw. Misschien waren de nederzettingen groter.

Onderzoek in november
Door het archeologisch bedrijf van de Vrije Universiteit van Amsterdam wordt een z.g. vlakdekkende opgraving uitgevoerd waarbij max. 15000 m2 oppervlak wordt afgegraven. Dat gebeurt laagje voor laagje met een graafmachine met gladde bak. Na elke haal wordt het oppervlak afgezocht naar vondsten en sporen. Met een metaaldetector wordt elk vlak afgespeurd. Metaalvondsten en andere vondsten worden verzameld.

Het onderzoek moet antwoorden geven op een groot aantal vragen over het landschap en de nederzettingen. Wanneer hebben hier mensen gewoond en gewerkt? Hoe zagen hun woningen er uit? Welke gewassen werden verbouwd? Hielden ze dieren? Hoe begroeven ze hun doden?

Wordt vervolgd op www.overasselt.info